behoefte bestaat. We hopen er dan ook in te zijn geslaagd, eene verzameling betrouwbare gegevens voor de expeditie bijeen te hebben gebracht. Mochten anderen ze kunnen aanvullen, dan is zulks natuurlijk wenschelijk; wij zijn er van overtuigd geene volledigheid te hebben bereikt. N.

Aanhang: De Druifluisbepalingen.

Op den 3den November 1881 werd te Bern eene internationale overeenkomst gesloten tot wering der druifluis (Phylloxera), waartoe Nederland bij wet van den Ben December 1883 toetrad.

In de vertaling dier overeenkomst lezen we 0.a.: art. 2. Wijndruiven, druivenmoer, druivenpitten, afgesneden groenten, zaden en vruchten van allerlei soort zijn tot het vrije verkeer toegelaten. Tafeldruiven mogen alleen vervoerd worden in doozen, kisten of manden, stevig ingepakt en toch gemakkelijk te onderzoeken. ledere Staat behoudt zich het recht voor op de grenzen beperkende maatregelen te nemen ten opzichte van groenten, gewonnen op plaatsen, welke tusschen door Phylloxera besmette wijngaarden gelegen zijn.

Art. 3. Alle niet tot de categorie der wijnstokken beboerende loten, struiken en andere gewassen, voortkomende uit boomkweekerijen, tuinen of broeikassen, zijn tot het internationaal verkeer toegelaten, doch mogen in een Staat slechts ingevoerd worden over de daarvoor aan te wijzen douane-kantoren. Bovengenoemde voorwerpen moeten stevig ingepakt zijn, doch zoodanig, dat het noodige onderzoek niet belemmerd zij; zij zullen moeten zijn voorzien van eene verklaring van den afzender en van een bewijs van de bevoegde autoriteit uit het land van afkomst, waaruit blijkt, enz. Deze bewijzen, z.g. druifluis-attesten, worden afgegeven door de burgemeesters.

Het is ons bekend, dat in plaats van een druifluisattest een certificaat van oorsprong wordt verstrekt, waarmee men in Duitschland genoegen schijnt te nemen.

Voor den invoer van druivenstek e.d. bestaan bizondere bepalingen, terwijl de tot het internationaal verkeer toegelaten bezendingen geen deelen of bladeren van wijnstokken mogen bevatten.

Het bovenbedoelde bewijs van een autoriteit is sinds den Isten Januari 1890 niet meer noodig voor zulke kweekerijen, welke onder een nummer zijn ingeschreven in de daartoe bij gehouden lijsten, die aan de grenzen op de douane-kantoren liggen. Van deze kweekerijen kan verzonden worden onder attesten, die men zelf onderteekent en in voorraad heeft.

Voor zoover wij kunnen nagaan, zijn tot de Berner Conventie toegetreden de landen: Duitschland, Oostenrijk-Hongarije, België, Frankrijk, Italië, Portugal, Zwitserland, Nederland, Roemenië, Servië, Luxemburg en Spanje.

Men vraagt inspectie der kweekerijen aan bi.j verzoekschrift op een zegeltje van 15 cent in hoofdsom, te richten tot den Commissaris der provincie, waarin de kweekerij gelegen is, die het onderzoek aan een zoogenaamden druifiuis-deskundige opdraagt.

Het aanvragen van het bedoelde onderzoek kan geschieden onder de volgende bewoording:

Aan den Heer Commissaris der Koningin der Provincie

De ondergeteekende (n) , wonende te , handelende onder de firma , neemt (nemen) de vrijheid UHoogEdelGestrenge beleefd te verzoeken aan een oflficieelen deskundige, ter uitvoering der Internationale Druifluis-overeenkomst van 3 November 1881, het onderzoek op te dragen van zijne (hunne) tuin (en), gelegen onder de gemeente (n) Hetwelk doende.

De inspectie, die hierop binnen eenigen tijd geschiedt, kost den aanvrager niets. Daardoor kan zijn naam of die zijner firma op de bovenbedoelde lijst worden geplaatst, wanneer zijne kweekerij namelijk aan de gestelde eischen voldoet, hetgeen voor hem beteekent, dat hij niet meer voor iedere zending naar een der bij de Druifluisconventie aangesloten landen naar het gemeentehuis moet loopen om een certificaat. N.

Tentoonstellingen en Keuringen.

Bloemenkeuring der Alg. Ver. voor Bloembollencultuur op Maandag 21 September 1914.

Getuigschrift van Verdienste werd toegekend aan:

Pioen-Dahlia Sterna, als nieuwigheid ingezonden door den Heer H. Hornsveld te Baarn.

Kleur wit, zwavelgeel getint. De verscheidenheid is door den inzender uit zaad gewonnen en nog niet in den handel.

Diploma voor Vei’guld Zilveren Medaille werd toegekend aan:

Eene verzameling Pioen-Dahlia, in verscheidenheden ter opluistering ingezonden door den Heer H. Hornsveld te Baarn.

Tuinbouw-Onderwijs.

Rijkstuinbouw-winterschool te Aalsmeer.

Bij het op 26 September 1.1. gehouden toelatings-examen voor de Rijkstuinbouwwinterschool alhier zijn geslaagd:

J. A. D. Dijkstra, Amsterdam; G. J. Eelsingh, Amsterdam; D. Hazelhoff, Langweer (Fr.); D. W. G. Keessen, Aalsmeer; M. J. W. Koster, Amsterdam; IJ. H. M. Lansen, Amsterdam; A. Pribée, Haarlem; H. A. Ravenswaay, Haarlem; J. A. Oh. Ronday, Amsterdam; J. H. L. Roozemeyer, Amsterdam; D. Seljée, Bussum; M. J. G. Caderius van Veen, Haarlem; B. van der Wal, Amsterdam; P. de Wilde, Haarlem; E. Boutelje, Amsterdam.

Afgewezen 5 candidaten.