naar West-Duitschland op het navolgende bijzonder te letten. Dat zal den goeden gang van zaken zeer bevorderen.

Loon. Over het algemeen van 44 tot 46 pfg. per uur. Buur van den arbeid. Vermoedelijk van 4 tot 5 maanden.

Plaats van bestemming. Dikwijls wordt gevraagd, in een bepaalde gemeente aan het werk gezet te worden. Zooveel mogelijk wordt aan dat verzoek voldaan, maar er kan in geen geval voor ingestaan worden. De plaatsing der arbeiders moet geheel overgelaten worden aan den Directeur van de Arbeidsbeurs in Oberhausen.

Benoodigde papieren. Noodig is een buitenlandsche pas, die voor Nederlanders in Nederland wonend, verkregen wordt van den Commissaris der Koningin der provincie, waar zij wonen. Zij, die zulk een pas verlangen, moeten zich daartoe wenden tot den Burgemeester hunner woonplaats, die dan tevens, in geval belanghebbende onvermogend is, een bewijs van onvermogen kan afgeven, waarop de afgifte van den pas kosteloos geschiedt. Deze passen moeten door een Duitschen Consul afgestempeld worden. Dit kan geschieden, al naar gelang belanghebbende woont, in Amsterdam of in Rotterdam. Voor hen, die niet in deze gemeenten woonachtig zijn, of voor wie de reis daarheen eenige bezwaren oplevert, is het de eenvoudigste weg, in Zevenaar uit te stappen, daar een trein te wachten en aldaar den pas door den Duitschen Consul te laten afstempelen. Het afstempelen van de paspoorten, dat gratis geschieden kan, moet in ieder geval geschieden. Andere papieren zijn niet noodig.

Vrye overtocht. Indien door een Arbeidsbeurs of een Steuncomité aan de arbeiders het reisgeld voorgeschoten wordt, tegen geteekend bewijs, dan zal de Arbeidsbeurs in Oberhausen, indien haar daarvan zoo spoedig en zoo nauwkeurig mogelijk bericht wordt gegeven en indien de arbeiders het door de Beurs aldaar aangewezen werk beginnen, deze reisgelden terugzenden. De werkgever houdt n.l. van het loon deze voorschotten in en geeft ze, ter terugzending, aan de Nederlandsche Arbeidsbeurs in Oberhausen.

Mijnwerkers. Arbeiders, die als ondergrondsche mijnwerkers worden uitgezonden, moeten M. 6.— bezitten, voor de kosten van de verplichte keuring.

Gezamenlijk vertrek. Indien slechts enkele arbeiders zijn uit te zenden, is het aan te bevelen, dezen te doen vertrekken tegelijk met anderen uit de omgeving. Het beste is, dat men zich daaromtrent met naburige Arbeidsbeurzen verstaat. Liefst en zoo eenigszins mogelijk, moet een geleider worden mede gegeven tot aan de Duitsche grens, waar dan de arbeiders, zoo noodig, namens de Nederlandsche Arbeidsbeurs ontvangen worden.

Bericht geven. Van iedere uitzending van arbeiders dient zoo spoedig mogelijk aan de Arbeidsbeurs in Oberhausen bericht gezonden te worden. Is de groep eenigszins groot, b.v. meer dan 10 personen sterk, dan is telegrafisch bericht noodzakelijk, wil voor logies, enz. kunnen gezorgd worden. Opgegeven moet dan worden: aantal, wanneer en hoe laat vertrokken en bedrag voor-

geschoten gelden. Dit alles dient dan zoo spoedig mogelijk schriftelijk wat uitvoeriger bevestigd te worden, liefst met de namen der arbeiders.

Bovendien is het natuurlijk van groot belang de Centrale Arbeidsbeurs volledig op de hoogte te houden van het aantal en de beroepen der uitgezonden arbeiders, niet alleen om een overzicht te hebben, doch ook om, zoo noodig, te waarschuwen, indien alle plaatsen bezet zijn. Op dit punt zij bijzonder de aandacht gevestigd.

Daarentegen is het zeer gewenscht omtrent uitzending van arbeiders naar Duitschland zoo min mogelijk berichten in.de pers te doen opnemen. Voor alle zekerheid zij hier nog eens vermeld, dat het adres van de Nederlandsche Arbeidsbeurs is: Neumarkt, Oberhausen, R. P.

categorieëyi. Voor andere categorieën van arbeiders dan de in mijn schrijven van 12 en 17 October genoemde, is er in West-Duitschland beslist geen werk te vinden; hunne uitzending moet daarom zeer ernstig worden afgeraden.

Waarschuwing. De Nederl. Arbeidsbeurs berichtte dezer dagen aan de Centrale Arbeidsbeurs, dat het ook thans weer is geschied -- evenals vroeger dikwijls is voorgevallen —, dat door agenten te Winterswijk is getracht menschen, die door een burgemeester naar Duitschland waren uitgezonden, voor zich te verbinden en naar den werkgever, waarmede zij in verbinding staan, te verzenden. Daarom is het van groot belang bij de uitzending aan de arbeiders mede te deelen, dat zij zich toch vooral niet zullen storen aan agenten op de grenzen, maar rechtstreeks hebben door te reizen naar Oberhausen.

Klachten. Ook is het zeer gewenscht aan alle arbeiders die naar Duitschland vertrekken, goed op het hart te drukken, zich bij mogelijke klachten toch vooral te wenden tot de Beurs in Oberhausen.

Zeer veel kan en zal door die Beurs, ook in geval klachten inkomen, voor de arbeiders gedaan worden, maar vertrekken deze bijv. eerst naar Nederland en zenden zij van daaruit klachten, dan bezwaart dat zeer het onderzoek. Dit sluit natuurlijk niet uit, dat de arbeiders hunne klachten daarna zoo noodig toch in Nederland eveneens aanhangig kunnen maken.

Herinnering. Beleefd, doch zeer dringend, herinner ik aan de opgaven, welke in het schrijven van 8 October 1914 (tweede blad) werden gevraagd omtrent aantallen grondwerkers en landbouwarbeiders, die voor plaatsing in West-Duitschland in aanmerking zouden komen, benevens omtrent de namen, beroep en vroegere woonplaats van hen, die uit West-Duitschland hierheen zijn gekomen en voor hervatting van het werk daar in aanmerking komen.

Verbetering. De Directrice voor de Chr. Philanthr. Inrichting, bedoeld in mijn schrijven van 12 October, werd niet gevraagd door de Arbeidsbeurs te Dordrecht, maar die van Amsterdam.

De Secretaris van de Vereeniging van Nederlandsche Arbeidsbeurzen, tevens belast met de leiding van de Centrale Arbeidsbeurs: Anth. Folmee.