Den Heer Scheltema, den Voorzitter van het Amsterdamsche Steuncomité, is deze tentoonstelling buitengewoon sympathiek en hij hoopt dan ook, dat veel Amsterdamsche beurzen voor haar geopend zullen worden. Van bloemen gaat altijd zoo’n liefelijke en opwekkende invloed uit, waardoor zij een gepaste afleiding kan geven aan velen, die dit noodig hebben.

Met deze van sympathie getuigende toespraken werd de tentoonstelling geopend.

Wii haasten ons te zeggen, dat, dank zij het mooie arrangement het geheel een fraaien en gedistingueerden indruk maakte. De bekende Wintertuin van Krasnapolsky is door z.g.n. rustieke palen in twme deelen verdeeld en tusschen deze palen was een gordijn aangebracht van Medeola-%roQn, waartusschen mooie exemplaren van Begonia „Gloire de Lorraine” hingen. Een mooie en smaakvolle afscheiding had men hiermede verkregen. De eene, op deze wijze gevormde, helft was bijzonder sierlijk aangelegd. De achter- en zijwanden werden gevormd door grootere Palmen en Dracaena’s en uit het golvende gazon verhieven zich een paar mooie Areca’s die een uitnemend figuur maakten. Op het gazon stonden, geheel los verspreid, verschillende groepjes Varens, mooie Nephrolepis, Adiantums en Pteris, hier en daar stond een flinke Gocos Weddeliayia of mooie Phoenix Roebellinii.

Tusschen deze groene groep vonden verschillende bloeiende planten een plaats; eerst een aantal Cyclamen in zeer mooie verscheidenheden, hierop volgden prachtige Primula obconica in verschillende tinten en onder de hoogere Palmen tegen den zijwand stond een zeer mooie groep van de sierlijke Prica gracilis, wier lichtpaarse bloemen prachtig uitkwamen tegen het geel van enkele mooie bronzen „Soleil d’ Octobre”, terwijl het sappige groen van de Asplenium australasicum er een goede afwisseling aan gaf.

Het arrangement van deze groep verdiende werkelijk allen lof, het was los en sierlijk en getuigde van den uitnemenden smaak van den samensteller. Hem komt alle eer toe.

De zijwanden van het tweede gedeelte waren geheel rustiek; enkele groote Palmen en flinke ranken Klimop hingen naar omlaag en mooie gele en bronzen Chrysanthemums deden prachtig tusschen dit donkere groen, waar de witte bloemen aan den voet een mooie afwisseling gaven.

Tegen het gordijn van Medeola stond een aantal groote vazen met prachtige bloemen van „Rayonnante,” wier zacht paarse kleur uitnemend harmonieerde met die van de er boven hangende „Gloire de Lorraine.” Eet was een weelde van Chrysanthemums, die de bezoekers hier te bewonderen kregen.

Over de volle lengte van de zaal ’was door Pyramide-Laurieren een aantal loges gevormd. De kuipen dezer Laurieren waren met bonte Boerenkool bedekt en hoewel velen er wellicht aan zullen twijfelen, moet toch eerlijk erkend worden, dat de indruk zeer mooi was. De grond was bestrooid met turfstrooisel, dat een goede neutrale kleur bleek te zijn. In deze verschillende loges waren de bloemstukken opgesteld.

De midden-loge werd ingenomen door een reusachtig bloemstuk, voorstellende een door een lauwerkrans opgenomen Nederlandsche vlag, waarvan de knop van den vlaggestok door een bouquet Lelies werd gevormd. Wij zijn anders geen voorstanders van dit soort bloemwerk, doch moeten erkennen, dat de roode en witte Dahliabloemen met de blauwe Violen een goed geheel vormden en vooral de vorm van de vlag zeer goed was. Indruk maakte dit stuk zeker. Aan den voet van deze vlag bevonden zich manden, gevuld met zeer mooie Kaiserin Augusta Victoria-'Rozen.

In een tweede loge stond het portret van Hare Majesteit, gevat in een lijst van lichtrose Pompon-Bahlia’s, die zich hiertoe uitnemend leenden; er om heen bevonden zich manden met witte en rosé bloemen van Chrysanthemums, een mand met prachtige Anc/mwtress-Anjers en eenige kleinere vaasjes sierlijk met verschillende Rozen opgevuld.

Hiernaast bevond zich een loge, die geheel rustiek was opgevat en als het ware in herfsttinten prijkte. In het midden een groote vaas gevuld met allerhande takken, lijk beladen met verschillend gekleurde bessen, waartusschen vooral de vuurroode Papenmutsen zeer mooi deden; aan den voet bevonden zich prachtige Mahonia japonica met haar geelgroene bladeren en Berberis-takken met oranje-bladeren, alles op een ondergrond van Vaccitiiums met roode bessen, waartusschen enkele Dwerg-Conifeertjes. Het geheel maakte een stemmig, zeer smaakvol effect.

In een vierde loge was de oranjetint geheel overheerschend. In het midden stond een groote mand geheel opgemaakt met stengels van Physalis Franchettii, waartusschen de takken met donkerroode eikenbladeren een prachtig effect maakten. Hiervoor stond een iets kleinere mand uit hetzelfde materiaal samengesteld, waarbij echter ook oranje Pompoyi-Pahlia’s waren gebruikt, die een zeer goede afwisseling gaven. Er voor en er achter stonden groote bouquetten „Rayonnante” en bronzen „Raijonnante'’ die met het oranje een goed effect maakten, terwijl een zeer mooi bewerkte mand met bronzen „Sofei? d’Octobre” en eikenblad er voor stond.

Door de levendige kleur, die zoo goed in toon gehouden was, maakte deze loge een sprekenden, mooien indruk.

De laatste afdeeling droeg een geheel ander karakter. In het midden stond een groot bloemwerk, samengesteld uit witte Lelies en zeer mooie „Rayonnante” in het midden was een krans van witte Dahlia’s met een rouwstrik, waardoor het een groot rouwstuk scheen te zijn. Er achter was een rouwkrans van donkere Klimop opgehangen en er voor stonden bouquetten van zeer mooie Rozen en Chrysanten.

Hier en daar stonden nog enkele bloemenmanden smaakvol met sierplanten gevuld, die den indruk van het geheel verhoogden. Ook deze helft van de zaal kenmerkte zich door een zeker cachet, het werk was af, daarbij met smaak afgemaakt en, wat vooral veel zegt, niet overladen.

Aangezien veel meer ontvangen was, dan waarop werd gerekend, had de Commissie ook den tuin van Krasnapolsky met de waranda in gebruik genomen. De rustiek gecementeerde muur was met Klimop-ranken, Physalis-