2® Jaargang.

13 November 1914.

525

DE TUINBOUW

Officieel Orgaan van den Nederlandschen Tuinbouwraad

ONDER REDACTIE VAN C. VAN LENNEP, SECRETARIS VAN DEN N. T. R.

ABONNEMENTSPRIJS.

Dit blad verschijnt wekelijks en wordt, tegen betaling van f 1.50 p. jaar, franco toegezonden aan de leden der aangesloten vereenigingen. Voor tiet Buitenland f 2.60 per jaar, franco per post.

Redactie: Molenstraat 15 Telefoon Haap- 781 10. leieioon liaag iöl. Administratie: C. L. BOUCHER, Panestraat 11 Woa., icon uapestraat 11, lelefoon Haag 1600.

CONTRACT-AD VERTENTIËN. plaatsen van Contract-advertentiën wende men zich uitsluitend tot D.BERRBKLOUW Lomanstr. 90 te Amsterdam, Telefoon Zuid No. 2979 ™briek „Vraag en Aanbod” tot de Administratie en de plaatselijke vertegenwoordigers.

NieUOfficieel Gedeelte.

T uinbouw-Sy ndicaat.

Do voor eenigen tijd in verschillende bladen voorkomende mededeeling, dat de inschrijvingen voor het garantiefonds voor het door de Commissie tot oprichting van het Bloembollensyndicaat aangevraagde voorschot niet voldoende waren om aan de door den Minister gestelde eischen te beantwoorden, zal wel velen in de bloembollenstreek hebben teleurgesteld. Het komt ons nuttig voor de in het Weekblad voor BloenibolleticuUuur naar aanleiding van de oprichting van een syndicaat gepubliceerde artikels en ingezonden stukken onder de oogen te zien en na te gaan of zij, die teleurgesteld zijn, met recht de oprichting van een syndicaat hadden kunnen verwachten. Dat De Tuinbomo voor deze zaak plaats beschikbaar stelt en dit schrijven niet verwijst naar het W. V. 8., vindt zijn reden in de overweging, dat veel van het besprokene, dat betrekking heeft op toestanden in het bloembollenvak, ook van toepassing is op andere onderdeelen van den tuinbouw en wel in het bijzonder op de boomkweekerij.

Dat men in tijden van tegenspoed terug ziet in het verleden en in zelfkritiek zoekt naar begane fouten is van groot nut voor de toekomst.

Er dringt zich in de huidige omstandigheden reeds aanstonds een vraag bij ons op en wel of de crisis, die zich thans in vele tninbouw-branches doet gevoelen, wel veroorzaakt is door den oorlog en of het niet juister zou zijn te zeggen, dat die crisis slechts door den oorlog werd verhaast 2

Laten wij eens nagaan, hoe in de laatste 25 jaren vele takken van den tuinbouw zich hebben uitgebreid. Wij zien dan 20, 25 jaren geleden een betrekkelijk beperkt aantal kweekers en handelaars, waarvan velen voldoend kapitaalkrachtig om bij minder gunstige of slechte jarèn een stoot te kunnen weerstaan en daarnaast waren er velen zonder groot bedrijfskapitaal doch deze bleven dan ook behalve enkele uitzonderingen op den achtergrond. Naarmate de handel toenam, breidde zich het aantal handelaars uit en daarmede ook het aantal kweekers; goede hulpkrachten maakten zich zelfstandig, weliswaar een zeer op prijs te stellen streven, doch de

fout van velen was, dat zij zulks deden zonder over voldoende kapitaal te beschikken, zij het dan, dat ze alleen of in vennootschap met anderen hunne zaken beheerden.

En wat zag men nu dikwijls gebeuren ?

De vóór de oprichting der zaken beraamde kosten vielen zeer tegen, bouw van ' grootere bollenschuren, grootere pakloodsen, kweekkassen, enz. bleek noodzakelijk, het arbeidsloon was niet hoog genoeg geraamd, terwijl daarbij nog de loonen stegen, kantoorhulp bleek noodzakelijk, eene hoogere rente voor het geleende geld, eene verhoogde levenswijze, samengaande met „het eigen zaken doen”, dit alles droeg er toe bij dat velen zich slechts onder zeer gunstige omstandigheden konden staande houden, maar er mocht in geen geval een kink in den kabel komen! Tegenover uitgaven, grooter dan geraamd, stonden inkomsten, dikwerf veel kleiner dan gedacht! De persoonlijke invloed van hem, die in het buitenland reisde, thans firmant, vroeger reiziger, bleek niet groot genoeg om de bestellingen tegen de door hem genoteerde prijzen te boeken; tegen lagere prijzen moest worden verkocht; met lagere prijzen, als lokmiddel, moesten steeds meerdere afnemers worden gevonden; verkocht werd aan firma’s op zeer lang crediet, verkocht werd aan afnemers minder solide, zelfs onsolide, afnemers, die bovendien van Nederland uit nog moeilijk te controleeren waren of door de wet tot betaling konden worden gedwongen. Voorts moest men, om klanten te behouden, vaak berusten in aftrekken op rekeningen, kortom, het risico bleek grooter dan men had gedacht!

Voeg daarbij nog snelle uitbreiding van vraag en voor eenige jaren onvoldoend aanbod, dus hoogere inkoopsprijzen, verder misrekeningen door het kweeken van artikelen, waarvoor men dacht dat vraag zou bestaan, welke vraag uitbleef of welke artikelen slechts tegen zeer lage prijzen konden worden verkocht, dan kan men wel nagaan, dat in zeer vele gevallen de verdiensten niet in verhouding waren tot het aanzien der zaak, tot de daarin bestede energie en het ingestoken kapitaal!

Dat ten gevolge van de uitbreiding van den handel als een de teelt zich uitbreidde, waardoor de arbeidsloonen hooger werden, de landprpen onevenredig stegen, enz., behoeft geen betoog.

De bevestiging van dezen minder gunstigen toestand vindt men ook op verscheidene plaatsen in het W. v. B.