3' Jaargang.

13 Augustus IQIS.

363

DE TUINBOUW

Officieel Orgaan van den Nederlandschen Tuinbouwraad

ONDER REDACTIE VAN C. VAN LENNEP, SECRETARIS VAN DEN N. T. R.

ABONNEMENTEN. Dit blad verschijnt wekelijks en wordt, tegen betaling van f 1.50 p. jaar, franco toegezonden aan de leden der aangesloten vereenigingen. Voor het Buitenland f 2.60 per jaar, franco per post.

Redactie : Pieter Bothstraat 21. Telefoon Haag 781. Administratie: D. A. DAAMEN, Z.-O. Buitensingel 223 a. Tel. Haag 5588.

ADVERTENTIËN. Tarief bij het Annoncen-Agentschap D. BERREKLOUW, Lomanstraat 90, Amsterdam. (Voor de rubriek „Vraag en Aanbod” wende men zich tot de Admini.stratie, Den Haas:.)

Officieel Gedeelte.

Wetgeving.

Wet tot nadere uitbreiding van den landstorm. No. 345.

WET van den Sisten Juli 1915, tot nadere

uitbreiding van den landstorm, enz.

Wi.j WILHELMINA, bi.j de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:

Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat, ten einde de onder de wapenen staande landweermannen met verlof te kunnen laten gaan, uitbreiding van den landstoi’m noodig is en van alle landstormplichtigen gewapende dienst moet kunnen worden gevorderd;

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1.

1. Met afwijking van het bepaalde in de overgangsbepaling der Landstormwet kan door Ons worden bepaald, dat tot den landstorm behoort ieder voor zoover hij niet reeds tot den landstorm behoort die niet vóór 1916 het 30ste levensjaar heeft volbracht en :

a. vóór het in werking treden van de Landstormwet is komen te verkeeren in een der gevallen, bedoeld in art. 2, eerste lid, onder 1“. a en 2". dier wet;

b. in 1912 heeft deelgenomen aan de loting voor de militie en niet is aangewezen om daarbij te worden ingelijfd ;

c. vóór het in werking treden van de Militiewet (Staatsblad 1912, n". 21) tot den dienst is aangewezen, doch niet ter inlijving bestemd is geworden:

d. uit den dienst bij de militie is ontslagen wegens de inlijving van een ander.

3. Het vorige lid is niet van toepassing ten aanzien van personen, als bedoeld in art. 2, tweede lid, der Landstormwet.

Artikel 2.

De dienstplicht bij den landstorm vangt voor de in art, 1 bedoelden aan met den dag, waarop zij volgens Ons daartoe strekkend besluit tot den landstorm komen te behooren.

Artikel 3.

Het tweede lid van art. 4 der Landstormwet is tot een nader door Ons te bepalen tijdstip niet van kracht.

Artikel 4.

1. Door Ons kan worden bepaald, dat voor den landstorm wordt ingeschreven, zonder daartoe te behooren, ieder, die vóór 1916 het 30ste, maar nog niet het 40ste levensjaar heeft volbracht en valt onder een der omschrijvingen, voorkomende in art. 1, eerste lid, onder (i, b, c en d, dan wel van den dienst bij de militie is vrijgesteld als eenige wettige zoon of door het stellen van een plaatsvervanger zijn dienst bij de militie niet zelf heeft volbracht.

3. Het vorige lid is niet van toepassing ten aanzien van personen, als bedoeld in art. 2, tweede lid, der Landstormwet.

Artikel 5.

Deze wet treedt in werking met den dag, volgende op dien, waarop zij is afgekondigd.

Zoodra de tegenwoordige buitengewone omstandigheden hebben opgehouden te bestaan, zal aan de Staten-Generaal een voorstel van wet worden gedaan tot intrekking van deze wet.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, den 31sten Juli 1915.

WILHELMINA.

De Minister van Oorlog, BOSBOOM.

De Minister van Marine, .1. J. RAMBONNET.

De Minister van Staat,

Mi7iister iKm Binnenlandsche Zaken, GORT V. D. LINDEN.

Uitgegeven den derden Augustus 1915.

De Minister van Jtistüie,

B. ORT.