IG. A. van Rossem, Naarden | g Telefoon 386 I 28 Hectaren Rozen- en Vruchtboomen | Vraagt Nieuwe Rijk Geïllustreerde Prijscourant 1926-1927

deelen staan er echter tegenover en die zijn niet gering. Het afnemen en weer opleggen van de ramen is een moeizaam werk en breken is moeilijk te voorkomen. Vooral als de lijsten oud en slap worden, zal het menige ruit kosten.

Het lag dus voor de hand, dat de kweekers probeerden of het mogelijk was, het glas twee jaren aanéén te .laten liggen. De praktijk heeft uitgemaakt, dat dit mogelijk is en ook nog langer, maar niet overal evengoed. Het beste gaat dit nog op zeer opdrachtige grond, zooals laagveen of land met hoogen grondwaterstand. In een kas zal de grond altijd buitengewoon droog worden. Regen valt er niet en het gieten blijft altijd beperkt tot het noodzakelijke quantum, en als in het najaar de gewassen afsterven, wordt er van zelfsprekend weinig of geen water meer gegeven. Het gevolg is, dat de grond bij het ontruimen van een kas of warenhuis buitengewoon droog kan zijn.

Wanneer het grondwater diep zit of geheel ontbreekt, is er geen spjake van opstijgen van vocht en wordt ook de ondergrond droog en blijft droog al wordt er ’s zomers overvloedig gegoten. Door de verdamping rechtstreeks en door de planten, komt het water niet tot de ondergrond en zooveel gieten dat dit wel het geval zou zijn, zou zóóveel water in eens vergen, dat het voor de planten beslist nadeelig werd.

In den herfst hebben we dus een zeer droge kas. Nu gedragen de grondsoorten zich ze r verschillend ten opzichte van het vlug en goed opnemen van vochten, zoo kan het mogelijk zijn dat de grond weer normaal wordt nè, een flink onderwaterzetten, maar altijd is dit niet zoo. Stofdroog zand neemt moeilijk water aan en wordt slechts zeer langzaam weer vochtig. Als dit totaal uitdrogen en weer doornat maken een paar jaren achtereen moet plaats hebben, wat noodig is, als het glas op de kas blijft, is het duidelijk, dat de structuur van den grond zeer slecht wordt.

Om die reden en ook omdat in handelskweekerijen in .hoofdzaak tomaten in de warenhuizen gekweekt worden, de grond dus de nadeelige gevolgen ondervindt van éénzijdige cultunr, wordt na een paar jaar de teelt steeds bezwaarlijk er. Wanneer die beide schadelijke invloeden samen werken is goede verbetering alleen aan te brengen door grond vernieuwen.

In warenhuizen is wisselbouw ook mogelijk en behoeft er niet altijd hetzelfde gewas geteeld te worden, maar het uitdrogen is niet te voorkomen, wanneer we alleen van boven water gevon.

Een gioote verbetering kwam er toen een bekende kweeker in Vleuten de ondergrondsche bevloeiïng uitvond. Toen was het mogelijk om de ondergrond vochtig

te houden en kon hot land in goede conditie en beteelbaar blijven.

Het tljdroovende en kostbare glas afnemen is nu niet zoo strikt noodzakelijk meer en grond vernieuwen alleen noodig als voor de kas te lang eenzijdig beteeld wordt.

Voor zoo'n ondergrondsche watervoorziening hebben we noodig de gewone draineerbuizen zooals die gebruikt worden voor droogleggen van te vochtig land. Het kunnen 3 of 4 duims buizen zijn en zoowel met als zonder kraag zijn bruikbaar. Buizen met een kraag zijn echter gemakkelijker in gebruik, ze liggen vaster en er is bij het dichtmaken van de sleuven minder gevaar van verschuiven. Hoe diep moeten ze nu gelegd worden om het meeste nut te doen en hoe ver moeten de rijen uit elkaar? Dit hangt af van de ligging ten opzichte van het grondwater. |

Het water in de buizen gebiacht, zal zich ook zijwaarts door den grond verspreiden en nu kunnen we aannemen, dat hoe dieper de buis ligt hoe verder d0 zijwaartsche verspreiding zal zijn. Bij ondiepe ligging zal het ingevoerde water niet vei doordringen, daar de opwaartsche beweging en de plant wortels dit voorkomen.

Dicht bij de oppervlakte kunnen ze niet liggen, want dat zou verschuiven tengevolge hebben bij het gewone grondbewerken. Ze moeten dus altijd zóó diep gelegd zijn dat ze bij gewoon spitten niet te raken zijn. Wanneer slechts één buis een weinig verschoven is, functioneert de rest van de leiding niet of niet goed meer.

Op 40 cM. diepte moeten ze dus altijd liggen. Op de meeste grondsoorten is dit tevens diep genoeg. Warenhuizen voor de handelsculturen vinden we het meest op vochthoudend land. Meer dieper in den bodem is er altijd nog vocht en dan vormt de kunstmatig van water voorziene grondlaag op 40 cM. diepte een verbinding tusschen het diepe grondwater en de oppervlakte. De praktijk heeft uitgemuakt dat er op zulke grondsoorten kan worden volstaan met twee rijen onder een nok. Ze komen dus ongeveer IX M. uit elkaar te liggen.

Op hoogere grondsoorten, van nature niet zeer geschikt voor de groenteteelt vinden we weinig warenhuizen of ' groentekassen, maar toch komen ze voor. Vooral in particuliere tuinen of buitenplaatsen. Op die droge gronden, zonder bepaald grondwaterpeil, mogen ze dieper liggen en kan het 50 è, 60 cM. zi]n. We kunnen aannemen, dat tot op de buis de grond voor de planten geschikt blijft. Zoo diep zal dus de bouwvoor worden en op hooge mag die wel wat dik zijn.

(Wordt vervogld.)