1839—1843 in het groot Auditorium, waar de Heer M'. L. G. Greeve de vergadering leidde.

Gelijktijdig hielden de Studenten van 1844—1848 hunne vergadering in het Gebouw van Kunsten en Wetensehappen, waar de Heer H. Fabius de leden met eenige woorden welkom heette.

Des namiddags ten 5 ure hielden eenige leden der eerste Bennie een diner in het Gebouw van Kunsten en Wetensehappen, hierin door een aantal leden der tweede gevolgd, die zich tot een maaltijd vereenigden in de groote benedenzaal der Studenten-Societeit. Op hetzelfde uur had het reeds vroeger gemelde diner der Studenten van 1849 en 1850 in het Hotel des Pays-Bas plaats.

Des avonds ten 7 ure was het Maliehuis sierlijk geillumineerd en bewoog zich eene vrolijke menigte door de paden van den tuin, waar binnen zich opgewonden het orchest der Mannen-zangvereeniging hoeren deed. Het was eene aangename verpoozing, welke de welwillendheid der mannen-zangvereeniging schonk aan allen, die deel hadden genomen aan de diners der verschillende Eeuniën, te aangenamer, omdat de bloem van Utrecht’s schoonen hier vereenigd was en menige lieve vreemdelinge onze aandacht tot zich trok.

De avond veieenigde ons weder in groeten getale op de Sociëteit.

De langgewenschte feestdag, de dag voor den gecostu-