rijksgrooten, op weg naar de bron te Hoogewoiide om van Wulfram den heiligen doop te ontvangen eene groep die zoo juist een tijdperk karakterizeerde, waarin de beschaving deii strijd begon met de ruwheid van ons voorgeslacht, eene worsteling waaruit zij als verwinnares te voorschijn trad.

In de groep heeft het Christendom reeds geheel de overhand gekregen. Bij duizenden buigen edelen en lijleigenen het hoofd voor den glans van het kruis en bij duizenden snellen zij heen, op de roepstem van Peter de kluizenaar om het heilige graf te ontrukken aan de magt der goddeloozen. Willem I, graaf van Holland, trekt met zijn lijfstoet Haarlem binnen, na zijne terugkomst uit de vlakten van Jerusalem. Het is het ridderlijke tijdperk onzer geschiedenis, en nieuwsgierig bekeek ieder die ijzeren mannen, zoo goed reeds bekend uit Balladen en Eomans.

Maar het meest van alle groepen trok de 4e, (Ploris Ven zijne jagtgezellen) de aandacht tot zich. Vooral de dames zagen met welgevallen op die sierlijk uitgedoschte edellieden neder en bevallig bogen zij zich voor den groet der lioofsehe ridders.

De 5” groep was die der Rederijkers. Het was eene groep niet schitterend door pracht van klecding of banieren , maar zij gaf een eigenaardig leven aan onze voorstelling. Reeds vaak had men geklaagd over het levenloos-picgtige van lederen geeostumeerden optogt en had men de behoefte gevoeld aan iets, dat aan