orchest van den Heer Sturapff dat zijne roem ook op dezen avond handhaafde. Het viertal zalen door de Commissie opengesteld was naauwelijks toereikend om alle gasten te bevatten en het was een heldenstuk aan het bestormde en belegerde buffet de noodigste levensmiddelen te veroveren.

De zuiverste harmonie heersclue echter onder alle feestgenooten en laat en ongaarne ging men uit een.

Des Zaturdags, de laatste dag der feestweek, was des avonds ten 7 ure de nieuwe baan, tot een vauxhall ingerigt, opgevuld met vreemdelingen en burgers dezer Stad.

Het zou het besluit zijn en alle krachten waren ingespannen om luisterrijk te eindigen. En wat wij op dL avond genoten, het beschaamde de sterkst gespannen verwachting niet.

Een zeer groot aantal onzer was in costuum, en luisterrijker dan des Donderdags was dus de optogt, welke wij ook nu weder door de in reien geschaarde toeschouwers hielden.

Welwillend was door een inwoner dezer Stad aan de Rederijkers eene groote menigte bloemen en bouquetten geschonken, welke deze in de nu geïmproviseerde maskerade aan de schoonste der aanwezige Dames aanboden.

Is het wonder dat menig handje zich onwillekeurig uitstrekte, naar de gouden Venus-appelen? Het orchest