is door de stad aan ’t land ten behoeve van onze akadeniie afgestaan, en zal dus voortaan Sterrewacht en Weêrwacht wezen.

Het zoeken naar kennis is een individueel werk; de geschiedschrijver kan wel karakterschetsen geven om dat te veraanschouwlijken, maar een vereeniging van denkende wezens als eene massa voor te stellen die zoekt naar waarheid, vermag hij niet.

De vriendschappelijke zamenwisseling ten dezen opzichte valt buiten ons bestek, het eenige punt waarin de individuen hierin bijeenkomen zijn de werkgezelschappen en de daaraan overeenkomstige disputen. In de eerste heeft het verloopenjaar niet meer verandering gebracht, dan die uit de steeds vertrekkende en aankomende bevolking onzer akademie van zelve voortvloeit. De disputen doch ’t meervoud is een rhetoriesche figuur wij bezitten slechts het litterariesche, ’twelk, is het dan ook niet op een aanzienlijk getal deelnemers, toch op een voortdurend bestaan zich mag beroemen. Het theologiescbe wordt met veel zorgvuldigheid telkenjare op de series aangekondigd, maar schijnt tegenstand te vinden in het proces van idéé tot werkelijkheid. Het volgende jaar zal, naar wij hopen, hierin overeenkomstig den wensch van velen voorzien.

In een ander punt zijn wij beter in staat het gemeenschappelijk leven te herdenken, dat sterk sprekende in het gezellig verkeer en de middelen ter ontspanning zich