het bestaande afbreekt om zich zelve bet genot te geven van een geheel nieuw gebouw op te rigten. Voor beide gezigtspunten bezitten wij gegevens. De zucht tot vernielen, bier namelijk tegen al wat niet materieel is aangekant, blijkt uit de langdurige veronachtzaming van bet bestaande die den laatsten stouten aanval is voorafgegaan. Sinds jaren blijft de tbeologiesche faculteit te Leijden onvervuld, ofschoon de wet spreekt dat er 4 boogleeraren in de theologie te Leijden zullen zijn, en de wet nog kracht beeft. Te Utrecht is nu sinds zes jaren de gewone leerstoel der wijsbegeerte, aan een builengewonen boogleeraar opgedragen, alhoewel de wet, die nog vigeert, 5 gewone boogleeraren in de faculteit der letteren eischt. Pogingen van hervormingen spreken hieruit niet, het zijn wetsverkrachtingen. Waaruit geboren? Het streven om zelf een nieuw gebouw te stichten zou kunnen blijken uit de herhaalde beloften van aanstaande voorziening in het hooger onderwijs, uit de proefnemingen met het staatsexamen, die ten laatste raadselachtig van doel werden. Men scheen dus werkelijk wat te willen, tot dat deze laatste maatregelen kwamen.

Uit welk beginsel zij dan ook voortkomen, de akademiƫn boeten hare levenskracht er bij in. Elk onedel beginsel drijft nu naar onze lessen, door geen onkunde meer teruggehouden. Het aantal der aankomenden van allen leeftijd, van elke bekwaamheid zal buitengemeen