kunnen overdragen, wanneer wij van hier naar elders worden opgeroepen.

Maar on%e zorg heeft eene veel ruimere heteekenis. Aan het hoofd van deze hoogeschool zijn achtbare mannen geplaatst, die onophoudelijk zorgen voor hare welvaart. Met hen leven wij in dankbare vriendschap. De Hoogeschool is in eene stad gevestigd, die wetenschappen weet te waarderen. Het Achtbare Bestuur der stad wordt door ons nooit te vergeefs om hulp gevraagd; het Geƫerde Bestuur van het gewest verstrekt ons altoos ten steun, waar zulks wordt gewenscht.

Noem ik deze jongeren dus onze zorg Sire! dan hebben die woorden eene heteekenis, die zich over onderwijzers, verzorgers en besturen gelijkelijk verdeeld.

Maar Onze zorg heeft nog eenen geheel anderen zin-Uwe Majesteit heeft opvoeding en onderwijs lief; Uwer Majesteits leven is toegewijd aan de zorg ter bevordering van kunsten en wetenschappen. Het zou mij de vervulling eener groote behoefte wezen, de honderdtallen van voorbeelden thans te herinneren die als zoo vele getuigen zijn van de ruime heteekenis der woorden Onze zorg inden mond van Uwe Majesteit. Een enkel zij mij vergund te noemen: deze jongelieden werden nog onlangs door de liefderijke beschikkingen van Uwe Majesteit tot edelen letter-wedstrijd aangespoord, door de schenking van een eermetaal, door Koninklijke goedheid hun ten prikkel in het goede aangeboden.