gevallen onder de mindere klassen de vroedvrouwen geadsisteerd had. Geregeld wijdde hij dan ook nog in lateren leeftijd zijne beste uren en zijne beste zorgen aan de armen, en eiken ochtend kon men hem vinden in zijn locaal op de Lange Nieuwstraat, zijne stads armen ontvangende en meteen iedereen te woord staande die hem slechts wilde raadplegen. Hoe gretig zij vooral daarvan gebruik maakten, die niet bedeeld werden en geen eigen geneesheer hadden, laat zich gemakkelijk begrijpen en vooral kwamen velen hem opzoeken, toen zij zijne hulp in het ziekenhuis moesten ontberen.

Niet lang had Wolterbeek de praktijk uitgeoefend, toen hem de betrekking van medicus academicus werd opgedragen, eene betrekking, waarin hij de zieken in het nosocomium moest behandelen en kliniek en les geven. Die betrekking zoude thans lectoraat genaamd worden. Hij had die benoeming ook aan van Geuns te danken en voorzeker kon hij geene meer geschikte gelegenheid vinden om zich te bekwamen als arts en tot de betrekking van hoogleeraar die hem spoedig daarop werd aangeboden. Hij aanvaardde het ambt van medicus academicus kort na het herstel der academie, en spoedig lag hij zich ook op de praktijk der verloskunde toe, die later altijd tot zijne lievelingsvakken behoord heeft.

Hij werd ook benoemd tot Lid der Provinciale Geneeskundige Commissie van Utrecht, in welke betrek-