Alle besluiten, hoe krachtig en billijk ook, helpen niet, als ze niet opgevolgd worden; en dit schijnt hier het geval te zijn geweest. Te Water toch, die het 3® deel van zijn Groot ütrechtsch Plakaatboek (onze hoofdhron), in 1779 uitgaf, schrijft hij de vermelding van dit Privilegie, dat het afgeschaft is »om de menigvuldige en grove verkorting van s Lands middelen, die onder den dekmantel van den voorschreven vrijdom in zwang ging.”

Wij noemden dit het voornaamste, maar het was niet het eenige voorregt, dat door de Academieburgers van vroeger eeuwen genoten werd. Wie alhier promoveerde genoot vrijdom van het drukken der Theses; van «drinkkosten van disputatièn”(l); wie publiek met eene dissertatie promoveerde, ontving een gouden medaille en was vrij van Btocht en (burger) wacht”; wie met de kap promoveerde, hem viel de grootste eere ten deel : hij werd burger honork causa der stad Utrecht!

Onze «Bijdragen” hehhen voor ditmaal een einde, later misschien een vervolg. Tot dan, den Lezer heil!

J—N.

(1) In 1736 ontving ieder gepronaoveerde in plaats van de gewone 12 kannen wijn, eene aanwijzing op den thesaurier tot ontvangst van 12 gulden en 10 stuivers. Eed.

M.

7