De inrigtingen bestaan echter nog niet lang genoeg om sommige ingewortelde vooroordeelen geheel te hebben kunnen overwinnen, en men mag met grond verwachten, dat de betere denkbeelden van studie, waaraan ze haren oorsprong hebben te danken, meer en meer ingang zullen vinden, en zoo de moeite, die beide Hoogleeraren zich gaven, door de ge wenschte uitkomst zal worden bekroond.

Bij ’t gemelde hebben we nog te voegen, dat de rustende Hoogleeraar Suerman 27 Mei aan zijne belofte (zie vorig verslag) voldeed, door voor de candidaten in zijn vak een privatissimum te openen over ’t savoir-vivre van den medicus; zoodat de achtingwaardige man ook nu nog voortgaat, zijne voormalige leerlingen door praktische wenken nuttig te zijn.

We moeten ons nu verplaatsen, in de dagen van ’t vierde taal- en letterkundig congres, om ons uit dien tijd kortelijk datgene weer voor ’t geheugen te roepen, wat meer onraiddelijk met ons studenten in verband stond.

Gehoor gevende aan de uitnoodiging tot deelneming ons reeds 22 Mei, door de commissie toegezonden, bevond zich menig Akademie-burger onder de aanwezigen, en bleven we onder de menigte bijna onopgemerkt, we genoten er niet minder om. Zonder ons sterk in ’t vraagstuk over ’t al of niet doeltreffende dier inrigting te verdiepen, zaten we daar en beijverden ons, om al