en dacht daarenboven aan vele andere dingen, die mede in zijne waagschaal niet zwaar genoeg gewogen hadden, waaronder het Latijn. De drukke wisseling van gedachten daarover kwam echter later in mijn brein terug met al de eigenschappen die de verschijningen plegen te vergezellen, welke wij gewoonlijk in droomen zien.

Mij dacht dan in den droom, ik zat geheel alleen in de Senaatskamer, die er veel langer dan gewoonlijk uitzag. Ik was peinzende blijven zitten, hoewel ik zeer goed gehoord had dat de deur digt gedaan was, met het hoofd voor over gebogen en had in eenige oogenblikkcn niet naar de eerwaardige mannen gezien. Het vuurtje in den haard knapte lustig en wierp op sommige der bleeke gezigten aan den wand eenen fantastisehen schijn, ’t Was plotseling alsof zij allen op mij neer zagen, en toen ik door dat gevoel gedrongen, mijne oogen ophief, was het buiten zeer duister, en de levende houding waarin sommige der mannen voorgesteld zijn, werd nog sprekender, sommigen bewogen hunne handen, anderen zagen eenen buurman aan en de meesten schudden met het hoofd. De twee grijsgeverwde gedaanten hoven den schoorsteen die ten voeten uit geschilderd zijn, hadden zachtjes een gesprek, waarvan ik slechts hier en daar een woord kon opvangen. Het was latijn dat zij spraken en het scheen hun zeer gemakkelijk af te gaan. SiiiUiüa Juvenmn Linguam latinam Belgice-revolutionem ziedaar eenige woorden die ik opving. Ik moet mij hier in den droom omgekeerd hebben, want ik weet