volkomen integraal leven. Het doel van dat leven is kennis te verzamelen; doch niet om uit den verkregen schat aan anderen meê te deelen, o neen! Men treft ook in de wetenschap gierigaards aan, die met een’ onverzadelijken dorst naar kennis verzamelen tot hun dood toe; doch zij verschillen nog hierin van de gewone gierigaards, dat zij, terwijl deze bij hun dood althans hunne schatten aan begeerige erfgenamen achterlaten, hun voorraad met zich nemen in het graf. Of deelen zij ook al soms van de resultaten van hun onderzoek het een en ander mede, zoo is dit met het abstracte doel om der wetenschap daardoor van dienst te zijn, indien niet met het zelfzuchtige om zich daardoor naam te maken in de wetenschappelijke wereld.

Of (en ziedaar een geval dat duizende malen voorkomt) hij geeft zich over aan eene manie, die den Hollanders in ’t bijzonder eigen is, aan het verzamelen namelijk. Hij rigt een kabinet op van munten, van schilderijen, van wapens, van schulpen en wat dies meer zij, gewoonlijk echter zonder eenig verstand er van te hebben. Welk een goudmijn is zulk een oude jongeheer (want natuurlijk is hij rijk) voor alle prulschilders, die er altijd zeker van kunnen zijn dat zij al hunne producten aan hem kwijt raken; immers, hij vraagt niet naar hunne kunstwaarde , genoeg als zij zijne verzameling kunnen vermeerderen. Wee uwer, indien gij in de handen valt van zulk een ouden jongeheer, gij zijt uws ondanks veroordeeld eenige uren met hem in zijn kabinet door te bren-