om de stof te verzamelen, die aan die vormen den inhoud geven moet?

Toch vinden we dat alles nog zoo bedenkelijk niet. ’t Is waar ons leven heeft een andere tint aangenomen , laat het een dolfere zijn, maar is ze reeds niet meer loaar, dan de vrolijke verblindende kleur, die men’t vroeger leende? We beginnen reeds te doen als de menschen in de groote maatschappij; zouden we nooit eens tot het bewustzijn komen dat het dan toch eigenlijk eenvoudiger is, maar in eens menschen in de maatschappij te zijn, en ons schijnleven als een afgezonderde kaste voor goed op te geven.