BIJ LAGE Ai

„BIJ HET AANBIEDEN VAN EEN GESCHENK DOOR BENIGE LEERLINGEN VAN DEN HOOGLEERAAR A. VAN GOUDOEVER, OP 26 JUNIJ 1855 , BIJ HET SLUITEN VAN ZIJNEN 40JARIGEN WERKKRING ALS HOOGLEERAAR, AAN ZHGEL, WELWILLEND VOORGESTELD.**

Hooggeachte Leermeester en Vriend!

In deze voor ü gewigtige dagen, waarin Gij op 70jarigen leeftijd uwen 40jarigen werkkring als Hoogleeraar moogt sluiten, om eene welverdiende en eervolle rust te genieten, is het velen uwer oudere en jongere leerlingen, die ook aan uwe lessen hunne vorming voor het Doctoraat in de Letteren verschuldigd zijn, eene behoefte en een genot, zich met mij rondom ü te vereenigen, om ü met eene zoo belangrijke gebeurtenis hartelijk geluk te wenschen.

Ais oudste der nog levende Doctoren, die zich uwe leerlingen mogen noemen, deel ik TJ in korte, maar welgemeende taal aller gevoelens mede.

ledere gewigtige en nuttige taak in dit leven, gelukkig volbragt, schenkt aan het menschelijke hart, dat zich tot werkzaamheid en weldoen geroepen gevoelt, eene onbeschrijfelijke vreugde; maar welke levenstaak kan gewigtiger, edeler en nuttiger zijn, dan die van het on-