derwijs? Daarbij werkt men niet voor stoffelijke belangen alleen, maar vooral ook voor geestelijke en zedelijke, niet voor hetgeen vergaat, maar voor hetgeen duurzaam -en eeuwig is, niet slechts voor den leerling zelven, maar voor al wat hij in de ontelbare betrekkingen zijns levens zal verrigten; men werkt voor allen, met wie hij in aanraking zal komen en op w'ie hij invloed zal hebben.

Zijn dit de vruchten, is dit de uitgebreide strekking van alle onderwijs; hoe groot, hoe veelomvattend, hoe edel was dan het werk, door U thans ten einde gebragt!

Als ik mij voorstel, hoe Gij, in volle ziels- en ligchaamskracht, in de taal van Cicero ons toespraakt en wegsleeptet; onze zielen met gevoel voor het schoone en edele vervuldet en, met onzen onvergetelijken van Heusde, in ons een vuur voor studie deedt ontbranden, dat zijnen gloed door ons gansohe leven verspreidde; dan gevoel ik, na zelf reeds 33 jaren te hebben onderwezen, in volle kracht wat uwe lessen en uwe welsprekende taal op mij en mijne vrienden vermogten!

Wanneer Gij U zoo in dezen oogenblik de duizenden leerlingen voor oogen stelt, op wier smaak , ontwikkeling en voorbereiding voor de gewigtigste betrekkingen gij eenen krachtigen invloed hebt gehad, en wat zij weder op anderen gewerkt, en tot heil van Vaderland en Kerk verrigt hebben; waar zijn dan de grenzen van het groote werk, dat gij nu sluit?