de verdeeldheid, die tot nog toe het corps ontsierd had, weggenomen, en de eenheid hersteld, die er altijd had moeten heerschen.” Een Senatus Veteranorum, uit 13 leden bestaande, werd Vertegenwoordiging van het geheele studentencorps. De wetten werden herzien en omgewerkt, en den 19'“ Junij 1848 werd de eerste vergadering van het corps geleid door den Kector van den Senatus Veteranorum, J. M. L. Heijligers. »In eene sierlijke rede schetste hij de nadeelen, aan den vroegeren toestand verbonden, en verlevendigde in ieders borst de vreugde over de heugelijke gebeurtenis van den dag, door er de gevolgen van eenheid en broederschap tegen over te stellen.” Met leedwezen zal zeker die oudrector vernomen hebben, hoe in Mei 1855 een aantal studenten zich van het studentencorps hebben afgescheiden en een zelfstandige vereeniging, ouder de zinspreuk Mutua fides, gevormd hebben.

Vale lector benevole I

2*