intendent van Kazernering en Inkwartiering.” Ook in ’t voorjaar van 1855 moesten wij korten tijd onze Laren en Penaten naar een klein vertrek in ’t zelfde gebouw overvoeien. Ale dunkt, er zal geen betoog gevorderd worden, dat de kracht en bloei van ’t gezelschap onder deze omstandigheden veel te lijden hadden 1). Dit echter moet gezegd worden, dat de regering der stad steeds de meeste voorkomendheid jegens ons heeft betoond, en dat de burgemeester-curator Mr. N. P. J. Kien trouw de belangen der Hoogeschool heeft verzorgd, ’t Was een gepaste hulde die de commissie aan B. en W. bragt, toen zij hun de opdragt eener lithographie onzer zaal aanbood, en een verblijdende geruststelling voor de toekomst, wat in de missive van aanneming werd geschreven 2), dat het B. en W. «aangenaam is het gezelschap Olympia met het gebruik van de bedoelde zaal, al moet zulks ook uit den aard der zaak tot wederopzeggens toe zijn, daar men dit lokaal nu en dan van stadswege kan moeten gebruiken, te blijven gerieven.”

Vergelijken wij dus ons doraicilium met het nette maar veel geringer lokaal, waar onze Leidsohe broeders van «Arena Studiosorum” bijeenkomen, wij mogen ons-zelf gelukkig heeten. Maar, zoo ’t ergens geoorloofd is naar tooi en pronk te oordeelen, zeker hier niet. De verstan-

1) Notulen der alg. rergad. 31 Oct. 1553. In antwoord op de rraa? , «hoe het komt, dat er zulk een gering batig saldo Is,” zegt de commissaris Booricins .door de onkosten van het in orde maken der zaal, welke gedurende de vacantie door mUitairen bezet is geweest.”

2) Uato 15/17 Jan. 1556.