den. Op een afgesproken teeken schaart men zich voor het orchest; de rector wordt in het midden gebragt, en hier overhandigt de Heer schook hem uit aller naam eene zilveren vaas, tot blijvend aandenken hunner hulde. Verrast en diep getroffen antwoordt de Heer gleichman, zich op nieuw aan het hem dierbare corps verbindende : een driemaal herhaald gejuich weêrgalrat door de lucht, en als in triomf wordt hij door de feestvierende menigte roridgeleid.

Terwijl men pogingen aanwendde, om door het gansche aanwezige publiek het volkslied te doen aanheflfen, nam te H’/s uur het vuurwerk een aanvang, en verhinderde de uitvoering van dit plan. Juist begon het weer te regenen, maar dit belette niet, dat het vuurwerk zeer goed gelukte. Prachtige cascades, zuilen, raderen , sterren, girandoles en fonteinen wisselden elkander met donderend geraas af; verschillende deviezen, als : Aan UlrecJits burgerij; Het thije Nederland aan het huis van Oranje; Aan al wat lief is en lief heeft, rezen achtereenvolgens uit een vuurregen op, terwijl een schitterende tempel het geheel besloot.

De steeds toenemende regen deed ons vroeger uit elkander gaan dan wij gewenscht hadden. Hoogst voldaan evenwel vei lieten wij de plek, die zoo vele schoone herinneringen bij ons achterliet, met de overtuiging, dat de band tusschen Utrechts burgerij en studentencorps naauwer dan ooit was vastgesnoerd *).

Later vericheen eene afbeelding van dit vauxhall in het licht, door den Heer