Nogmaals wilde Walduia antwoorden, maar de spottende stem van van Raadt, de vrolijke lach van zijn beide buren benamen bem den moed. Alles hinderde hem,—de luidruchtige feesttoon, —bet schitterende licht,— de prikkelende wijn en zijne eigene onhandigheid; toch had liij zijne wetenschap reeds te lief, om niet te gevoelen hoevele wapenen ter verdediging hij zoude kunnen aanwenden, en zich zoo goed mogelijk houdende, denkt hij een oogenblik na terwijl hij zijn glas langzaam ledigt. Wilchenstein had reeds lang naar de gelegenheid uitgezien om te kunnen invallen; en nu, terwijl hij zijne ringen om den beenachtigen vinger draait vraagt hij haastig: ïJe zult waarschijnlijk tegen tastbare waarheden wel niets hebben in te brengen, met je kostelijken ijver voor «het ware, het schoone en het goede?”

pZeker wel!” antwoordt Walduin. Een donkere blos is op zijne wangen doorgebroken. Hij wist wat bittere strijder Wilchenstein kon zijn.

» Dwaalde jou wetenschap,” begon deze, t niet op de hobbeligste slingerpaden van de koortsachtige theoriën om, ze zou waarachtig niet noodig hebben van tijd tot tijd een modevaantje uit te steken, voor de liefhebbers. Ga eens even na hoe jou konfraters meestal handelen. Het zoontje van de een of ander snuif- of mostaard-koopman zal in de «Theologie” studeren. De jongeheer begint met I het Vogelnestje,” den baas te spelen over broers en zusters, en Latijn te leeren. Mama bluft intusschen bij haar koffij-vriendinnen, op de talenten van haar jon~