EEN HOOG-GELEERDE BRIEF.

Waarde Collega l

Met evenveel genoegen als ik, hebt ge zeker vernomen dat bij onze regering ’t stellig voornemen bestaat, nog gedurende deze zitting der Staten-Generaal een wetsontwerp in te dienen houdende regeling van ’t hooger onderwijs. Even als ik zult ge u zeker verheugen weldra (wat kan anders ’t doel dezer wet zijn) een einde te zien maken aan die revolutionaire, jegens ons zoo aanmatigende en dierhalve voor de wetensehap zoo hoogst verderfelijke bewegingen, die tegenwoordig de studentenwereld bezielen, en tot wier beteugeling onze tegenwoordige vrijzinnige wet, ons zoo weinig wapenen in handen geeft. De schrijver van ’t overigens zoo verachtelijk pamflet : MacJdmkhruiJcing en Wetsverlcrachting, had