11.

‘PARLEffiENTAER STUDENTIKOZE’ FEESTDRONKEN.

Klankenvolle, klinkend-liólle.

Marmergladde, marmerkóude,

Langversleten, doode phrasea ;

Alles, alles steeds bij ’t oude!

Uitgeleefde geest der vaadren,

Koomt ge hier-alleen noch naadren,

Spokend met den afgemeten

Zwaarvergulden staatsie-keten ?

Och, dat stijve, weidsche, hoofsche.

Afgepaste en afgewogen!

Diplomatiesch politoersel

Van den scliaamteloossten logen,

Van een logen, hoogst langstwijlig

(Zoo schijnheilig als breedstijlig),

En van geenerlei beteekning,

Buiten kille baatbereekning.