spraak bij ’t deponeren gebruikelijk is te vinden (in ’t duitsch)in Scheible’s Sohaltjahr. 2. band. Stuttgard und Leipzig 1 846,

Na de depositie moest nu eigenlijk de beanus als student worden beschouwd j maar sedert den aanvang der 17. eeuw, matigden zich de oudere studenten een bijna onbeperkt gezag aan over de jongeren, zoolang ze nog geen vol jaar (in Rostock 1 jaar, 6 weken, 6 dagen, 6 uren, 6 minuten) aan de akademie hadden doorgebragt. Deze toestand nu, en de den pennalen aangedane beleedigingen en mishandelingen met de van hen gevorderde diensten, worden door den naam pennalisme aangeduid. Hierover hebben we een zeer goede bron, in H werk van den allezins geloofwaardigen Christiaan Schoettgeu *) : Historie des ehedem anf Universitaten ger brauchlich gewesenen Pennal-wesens. Dresden und Leipzig bei Joh. Wilh. Harpetern 1 747.

De oorspronkelijk goede en ernstige bedoeling der depositie schijnt reeds zeer spoedig verloren te zijn gegaan. Zoo zegt Hieronymus Wolf (Rector te Augsburg, geb. 1516, gest. 1580), in zijn autobiographie (door Fr. V. Eaumer meegedeeld in zijn »historisches Taschent buch” band 1.) :»Daarentegen heerschte ook te Tubingen B’t barbaarsche gebruik, waardoor de brutaalste en domste

•) De schrijver van ’t te weinig gekende werk : Horae hebraicae et talmudicae in universum novum testamentum. Dresdac et Lipsiae, ud Chr. Hekelii, B. filium, 173 3.