I Pardon! Ma clière Tante was er op gesteld, dat >ik t’huis bleef 1”

»Dat had ik ook wel kunnen doen!”

»En LITHOLFF dan?”

I C’est da tapage I En we misten »u, Freule 1”

Bij de laatste w.oorden is er een klein blosjen naar ’s Jonkers wangen gestegen. Niet uit verlegenheid. Hij verbaast er zich onophoudelijk over dat : ila petite * Laura” zoo bedaard blijft kijken.

—IU mistet mij, om mij te beknorren! Mais c’est t terrible, mon cher!”

En wederom juichten de welriekende rozenknopjens, nu ze nog eens aan dien heerlijken mond worden gedrukt, die nu zoo ondeugend lacht.

iMijn Hemel! daar zie ik emilie van bekkeren I »Ik heb haar in den Haag niet kunnen spreken. Mag ik »even uw arm. Mijnheer van erckelen?”