2. HUISGENOOTEN EN OVERBUREN.

I,

f>Du bist wie einc Blume,

So hold and schün uud rein;

Ich Bchaa dich an, und Wehmuth

Schleicht mir in's Herz hineio.

Mir ist, als ob ich die H&nde

Aufs Ilanpt dir legen sollt%

Betend, dasz Gott dich erhaltc

So rein nnd schön und hold.”

ÜBinaiCfl BBINE.

In eene deftige stille straat van de akademie-stad staan twee huizen, die een treffend kontrast aanbieden, juist tegen elkander over.

Het eene is net onderhouden, breed, en drie verdiepingen hoog. De benedenverdieping is ingerieht voor een groot en wel voorzien magazijn van droogerijen en apothekerswaren. Voor de buitengewoon groote glasruiten der tweede verdieping dalen witte gazen-, en donkerroode damasten gordijnen naar beneden. Jonker diederyk WILLEM FKEDERYK VAN EECKELEN TOT PRINCENHAGE heeft er sedert zes jaren gewoond. Het andere huis is smal, ook drie verdiepingen hoog, maar verweloos en zonder eenig cieraad. Wel zijn voor de vensters met . veel zorg hagelwitte valgordijnen in hunne vaste plooi gestreken, maar toch kan men het den gebersten steenen der stoep