met vrede! riep Bernard al meer en meer verdrietig en gramstorig. En men weet, hij was niet gewoon, of niet bij machte, zijn misnoegdheid te verhelen. Hij vond zich-zelven een te gewichtig levend-iets om niet gaarne der harmonie in natuur bevorderlijk te willen zijn door in het nevelwaas, dat zijn gemoedsspiegel besloeg, zijn omgeving te dopen, opdat alles gelijkstemmig van ven-e mocht lijken. Hij vond zichzelve een te gewichtig levend-iets om te meenen, dat zijn omgeving niet behoorlijk ingelicht diende te zijn omtrent zijn hoogst-eigen stemming. Zelfs daar, waar hij schaamte had, de redenen zijner ontevredenheid aan te geven , daar zelfs verborg hij toch die ontevredenheid-zelve volstrekt niet, al zweeg hij ook van de oorzaken, die er aan te gronde lagen, of al drong hij zich en anderen op, dat ze uit gands andere bron oorsprong namen dan eigenlijk wel ’t geval was.

Jenny nu wilde zich voor mij, facJimx troisième, ffoedhouden en streek haar ega een paar malen onder de kin door. Dit echter had ongewenscht gevolg. Bernard zuchtte als een ijdelhartige martelaar, en sprak met een gemaakte lankmoedigheid, die vrij vervelend en geeuwziek mocht heeten :

„Met meer mij verstaan, mij niet verstaan, en dat noemen ze weêrhelft, weerhelft! O ! O! "

„ Mijn God , mijn God ! wat, wat wel bedoelt ge ? " riep de arme vrouw ontsteld, maar bedwong zich. Een rassche schaamte en smart vloog daarbij over haar