in den avond van den 31. Mei en van den 7. Julij, en in den nacht tusschen 38 en 29 Sept. Den 31. Mei gaan beiden des avonds te ll’/a ure onder; Venus staat dan 2Vi“ ten noorden van Jupiter. Den 7. Julij bevinden zij zich bij zonsondergang reeds zeer nabij den horizon; Venus staat dan ten zuiden van Jupiter. Eindelijk, in den morgen van 29 Sept. staat Venus 2Vi® ten zuiden van Jupiter; beiden zijn dan alleen vóór zonsopgang te zien.

Den 14. October staan Venus en Saturnus op korten afstand van elkander, en wel Venus l'/j® zuidelijker. Deze zamenkomst is echter alleen in den vroegen morgenstond waar te nemen. Ten einde zich eene voorstelling te maken van één’ graad, bedenke men, dat de middellijn der maan zich aan ons oog ongeveer onder de grootte van of een’ halven graad vertoont.

Gelijk in bovengaande opgaaf te zien is, wordt de planeet Jupiter in den namiddag van den 24. Mei door de Maan bedekt. Hoewel deze bedekking bij het daglicht plaats heeft, zal zij echter reeds met een’ kleinen kijker gemakkelijk waar te nemen zijn. Jupiter staat dan hoog aan den hemel, ongeveer in het zuidzuidwesten; de maan is sikkel vormig, aan de linkerzijde donker en regts verlicht. De planeet verdwijnt aan den donkeren kant der maan , en komt een uur later aan de verlichte zijde weder te voorschijn. Een zeer treffend verschijnsel is het, wanneer men met een kleinen kijker de bedekking waarneemt, daar men dan