H Was een verheffend oogenblik , toen we onzen vijf hieuwen Hoogleeraaren, met hunne ambtgenooten en vrienden tot een feestelijken maaltijd bij Eikkers zaamgekomen, als huldeblijk een serenade kwamen aanbieden ; toen zij allen ons toespraken en niet vergaten den band te gedenken , die er (zal ’t goed gaan) tusschen Professoren en Studenten wezen moet. Mogen de woorden, toen geuit, van beide zijden, door hen en door ons, in daden worden overgezet. Sic Uur ad astra! Maar onder de feestvierenden daar aanwezig was er nog één, die over veel zegen en welverdiende eere juichen mogt. Drie dagen te voren had de rustende Hoogleeraar Sderman het 50-jarig jubilé van zijn professoraat herdacht. Eene commissie uit onzen Senaat had den titulair-rustenden, maar inderdaad nog ijverig* werk enden man toen reeds van onze deelneming doen blijken. Thans was het ons genoegen, den teregt gekroonden grijsaard nog eens openlijk onze hulde te kunnen brengen. • Op den 9den Qct. zelf had hij van zijne ambtgenooten een welverdiend bewijs van deelneming en achting ontvangen. Uit naam van den Academischen Senaat was hem het ontwerp eener weldra te vervaardigen gouden medaille aangeboden, met het opschrift :

BERN. ÏEANC. SUEE.MAN

PER X LESTRA

MEDICINAE PROFESSORI

DOCTRINA , ARTE , SAPIENTIA