nEn ik ook!« roepen een paar anderen.
//Ik wed om al wat je wilt, dat je ’t niet kunt!/' herneemt Dutil met een leêge flesch op de tafel slaande, om nog meer kracht aan zijne woorden bij te zetten.
»Zoo!// zegt van Hoeven, »en ik wed om 6 flesschen Champagne, dat ik er in kom en zoo lang er in blijf, als ik goedvind!//
// Aangenomen ! aangenomen! // juicht men van alle kanten.
»0p den goeden uitslag!/- roept Voordnyn en van de acht glazen, die tegen elkander kwamen , bleven er slechts vijf heel.
»Hola! Jan!// roept Erans.
//Ja! meneer.»
//Kan je me een barbier bezorgen?»
// Direct Meneer! »
» Wat ga je nn beginnen? » roept men.
» De weddingschap winnen ! »
Men begreep er niets van, zag elkander aan en dacht dat van Hooven in eene positie verkeerde, die de kenners gewoon zijn »aangeschoten » te noemen.
//Meneer! de barbier is er!» komt Jan zeggen.
» Zoo! scheer mijne knevels eens af!»
//Als ’tje blieft meneer!»
Eenige oogenblikken later stond Erans kncvelloo» voor den spiegel.
//Wil je twee gulden verdienen? » vraagt van Hooven aan den barbier.