Victorine marchandeert nog

de oude maehinatie-zo6:

haar tricot fchijnt inkarnatie,

en haar inkarnaat tricot.

Onze Stervling, die voor ftraatflijk,

noch romanflijk was bevreesd.

werpt haar toe een bankbilïettjen

(in een ruiker). Onbedeesd

grijpt clown Jack dat, en verkoopt dus

voor het eerst een nieuwen grap:

’t Kunstpubliek fchudt van het lachen ;

X verloor zijn weddiugfchap.

X was naamlijk de onbekende

grootheid, die door ’t fteedlyk flijk

was gefcharreld naar het cirque,

eu zijn geldlijk minnehlijk

Victorine toe kwam werpen;

wijl, indien ze ’t bankbilïet

aan zoü nemen , hij de fom won ,

waar ZEd. om had gewed.