Van nommers, cijfers , en getallen. Ha ! getallen ,

Getallen wagens, waren, menfchen, allen

Hier, daar, ginds, alles, alles overal

Getal, bereek’ning, en getal, en weer getal,

En wederom getal, en andermaal! . . .

„Heeft, heeft

„Hees tijd dan niets dan dat, waarvoor hij leeft?" —*)

Wees rustig , Onde! er is nog meer ;

Er ’s vrijheid, blijheid ! blijheid , levensvreugd 1

Heer Jan van Arkel drukt niet (als weleer)

In ’t best genencht

Den burger neer.

Die burger zelf nu foeverein gekroond

(Bij oppergratie van de réde Gods!)

Als men s e h

Wordt door geen dwangzieke adeltrots

Meer in zijn wettig récht en wensch

Strafloos gehootid.

Maar gij, fta vast 1 O Dom 1 men weet tot Op een hair Precies hoeveel ge weegt en meet j telt , geldt, en waar

*) Den Dom is fints het opperen dier ongepaste vraag een praktiesch teelten, des tijds, in de form van een minuutwijzer, aangcfchroefd. Straatsburg misfchien, maar overigens zelfs Bah el niet, bezit zoo iets monumentaals. Nu faalt aan de „Stadspendule" enkel nog een fekonde-wijzertjen.