dank gezeid. ’t Is dus wel te bejammeren, dat hij als rector is afgetreden in een tijd, waarin zoo weinigen hem als zoodanig een vaarwel konden toeroepen. Moge hij, in deze stad nog vertoevende, ooggetuige kunnen zijn en blijven van heldere dagen voor het corps, dat liij eenmaal met zooveel ijver heeft bestuurd.

De heer de bradw nam een niet lichten last op de schouders : ’t corps te besturen , welks leden hem voor een gi’oot deel vreemd waren; wetten te handhaven , waaronder hij nog maar kort had geleefd; twee pashereenigde partijen te leiden; dier vereeniging vast en innig te maken ziedaar de buitengewone, moetevolle plichten aan het toch reeds zware rectoraat voor hem verbonden. Wij gelooven, dat hij de achting en ’t vertrouwen van het corps geniet; moge hij deze blijven behouden , in steeds meerdere mate verkrijgen dat zal hem sterken, ons ten voordeel wezen. Na zoo lang bij meestal ernstige feiten te hebben stil gestaan, gaan wij van eenige feestelijke uren, die ’t vervlogen jaar ons bood, de herinnering voor een wijle weder opwekken.

Naar aanleiding van de hereeniging bood de heer 'WoETEES het corps eene soiree aan, die op den 6en Juni gegeven werd. Tivoli stond toen voor ons allen open. Wij hoorden er goede muziek, zagen er Utrechts burgers goed vertegenwoordigd, den tuin geïllumineerd, werden onthaald op een fraai vuurwerk, en hadden een prettigen avond. Wij hopen, dat de heer Wolters even goed te vreden zal zijn geweest over ons, als wij