Art. 6. Aan de Commissarissen zal de o;elieele regeling der feestviering worden overgelaten. Daartoe zullen zij, op uitnoodiging van den Secretaris te Utrecht bijeen komen op den tijd, die hem daartoe ’t meest geschikt zal voorkomen.

Art. 7 De dag en de plaats der feestviering zal ten spoedigste op de in de art. 3 vermelden wijze bekend gemaakt worden.

Art. 8 Voor den aanvang der feestviering zal de Thesaurier der Commissie van ieder, die aan het feest deelneemt , het verschuldigde inzamelen. Hieronder is begi-epen ook het aandeel in de voorloopige uitgaven.

Art. 9. Zoo de Secretaris verhinderd is, zijne werkzaamheden te vervullen , zal hij daarvan in tijds kennis geven aan zijn plaatsvervanger. Bij verhindering ook van dezen wordt hij vervangen door het lid der Commissie , dat naar orde van onderteekening van het reglement onmiddelijk volgt op den Thesaurier.

Art 10. Van dit reglement zal aan elk lid der Commissie en aan het archief van den Senatus Veteranornm één exemplaar worden gegeven.

Aldus aangenomen op de vergadering van 14 Maart 1860.

AVas get. .1. J. v.4N Geuns , Voorzitter.

F. A. VAN Hall, Onder-Voorzitter,

G. P. VAN Tienhoven , Secretaris.

M.iTTS. Salvekda , Vice-Secretaris.

P. Tempelman van der Hoeven,

H. VAN WoDDENBERO HaMSTRA.

F. I. I. Prins.

A. DE Konixg Knïff.

J. A. Hofkes.

E. VAN CiTTERS.