Art. 11. Gredurende den optogt hebben de commissarissen der maskerade, zoo zij geene rollen vervullen het regt, vrij den optogt naar goedvinden te vergezellen en wanneer zij zulks noodig oordeelen teregtwijzing aan de commissarissen van orde te geven.

Art. 12. Door de maskerade-commissie zal aan ieder der commissarissen van orde een bepaald gedeelte van den trein worden aangewezen, om daarover het toezigt te houden.

Art. 13. Wanneer de Senaat de rekening en verantwoording van de maskerade-commissie heeft onderzocht en in orde bevonden, draagt zij die aan het corps ter bekrachtiging voor en stelt daarna voor die commissie te ontbinden.

Aldus goedgekeurd op de corps-vergadering gehouden op Donderdag 8 November 1860.

(Get) Kolff,

W. M. de Bradw.

Sen. Vet. Ab-actis

Sen. Vet. h. t. Meetor.