Hoe taant de glans, die straalt om vorstenhoofden,

Hoe kwijnt uw scheem’rend licht, diplomatie.

Voor de aureool om Garibaldi’s slapen.

Den stralenkrans van ’t onbevlekt genie 1

Geen magt of eer, maar vrijheid voor zijn broed’ren.

Ziedaar zijn doel; de tweedragt der gemoed’ren

Te smoren in één eenig vaderland.

Hij vraagt voor zich een zwaard slechts en een woning,

En biedt de kroon, den prijs des kamps, zijn’ koning :

Want Garibaldi doet zijn woord gestand!

8 November 1860.

J. E. D.