Oud-Studenten in hartelijke en opgewonden bewoordingen over den studententijd, en het deed ons goed uit ZEds woorden, in spijt van den Reünist uit den Tijdspiegel , aangaande hetgeen in zijn tijd tot de kenmerken van een goed student had behoord, te kunnen opmaken, dat wij ook daarvan nog niet ontaard zijn, en dat hetzelfde nog thans geldt.

Alles spoedde nu naar Tlacet Hic, waar de Oud-Studenten door den Praeses W. A. van Hoek met een kort en hartelijk woord werden welkom geheeten.

De commissie had al het mogelijke gedaan om ruimte te winnen. Geen plekjen was dan ook onbezet.

’s Avonds was eerst een niet officieel feest in Tivoli, waar eenige gekleurde ballons overal opgehangen waren. Dit was een Venetiaansche nacht, ’t Was er vol en prettig. Van Tivoli begaven wij ons naar de sociëteit. waar de rauzijk wij zullen ze maar niet noemen geen afbreuk deed aan de algemeene vreugde; zij werd door het luide feestgejoel gelukkig verreweg overstemd.

Zoo gingen wij den grooten dag te gemoet, waarop de maskerade zou plaats grijpen. Het was Dingsdag de IBe Junij De stad was nu geheel in feestgewaad. Utrechts burgerij was niet weer te vinden onder het tal van vreemdelingen van alle rangen en standen, die de stille straten van Utrecht in even zoo vele Kalverstraten, ja in meer dan dat. veranderden De Voorstraat bood lommer onder een tal van denneboomen, de Lijnmarkt was schier verduisterd door vlaggen en wimpels. Zoo