vinden; en in die wijze van zien worden zij door de wederzijdsche geestelijken voorgegaan ”

Hetgeen aan de beide laatstgenoemde verhandelingen, en ook hier en daar aan de Reize in Rusland nog hoogere waarde bijzet, zijn de staathuishoudkundige beschouwingen . door Ackeksdijck in zijne raededeelingen ingevlochten. Zoo worden de voordeelen der handelsvrijheid en de nadeelen van verbodswelten en beschermende regten overal, waar hij die opmerkte, doorhem in het licht gesteld. He volkshuishouding boezemda hem steeds de levendigste belangstelling in. Met groote naauwgezetheid spoorde hij na, door welke middelen de verschillende standen in hunne behoeften voorzien , en elk maatschappelijk verschijnsel, dat eenigermate van den gewonen loop scheen af te wijken, werd voor hem het onderwerp eener grondige nasporing. Langs dezen weg kreeg hij niet slechts die helderheid van inzigt en die vastheid van overtuiging, waardoor zijn onderwijs zich onderscheidde, maar verzamelde hij tevens een schat van belangrijke voorbeelden , die niet weinig bijdroegen om het leerrijk en boeijend te maken.

Deze opmerking brengt mij terug op het punt, waarvan ik bij de beschouwing van de letterkundige vruchten van Ackersdijck’s menigvuldige reizen ben uitgegaan, tot zijn akademischen werkkring te Luik. Zijn voorganger, de lioogleeraar Wagemann , had aldaar, behalve zijne overige lessen, in de Literarische Laculteit twee colleges gegeven, namelijk over de Historia Europae 'politica en de Rerum publicarum nctitia, adjecia oeconomia politica, welke nu met Ackeusdijck in de Juridische Faculteit overgingen: een bewijs van de moeijelijkheid om voor onderscheidene hoogst gewigtige wetenschappen van latere dagteekening eene geschikte plaats te vinden, zoolang de Staatswetenschappen niet, even als aan verscheidene Duitsohe hoogescholen, als door aard en inhoud van de zuiver Regtsgeleerde verschillende, in eene afzonderlijke Faculteit vereenigd zijn.