Ik zocht den gcheelen tijd , doch te vergeefs , naar onze onbekenden , dien morgen ontmoet, en rverd niet weinig door mijn vriend geplaagd met mijne zoo snel opgekomen verliefdheid voor een jonge dame , die hij beweerde ,/Van gekruist ras" te zijn, daar het haar duidelijk aan te zien was dat haar vader nooit een Italiaan was en dat, zoo zij hare donkere lokken en levendige trekken aan hare moeder dankte, hare zacht blaauwe oogen toch aanstonds verriedden dat haar geen onverdeeld Italiaansch bloed door de aderen stroomde.

Intusschen leefde ik als in een droom; de liefelijke tooneu der muzijk op de geurige wieken der avondkoelte naar ons toegedragen; de ondergaande zon, die een zacht schemerlicht wderp over de schoone natuur, veihoogde nog den indruk , door de schoone gestalten , die om ons heenzweefden, gemaakt.

Dat die indruk sterk was, bleek spoedig, toen wij in een meer verwijderden hoek op een bank plaats namen om een weinig uit te rusten ; ik mijmerde over het plegtige uur tussohen den vallenden avond en den wcgvlugtenden dag , waarop de tijd, een oogenblik schijnt te blijven stilstaan , waarop de natuur in stomme doch welsprekende taal den Heer der Schepping hare hulde toebrengt ; ik zag een tempel in die natuur ;de aarde was zijn altaar, de hemel zijn gewelf, de sterren die , als het ware, één voor één begonnen te schitteren, leken mij de heilige waskaarsen toe die aangestoken werden om den tempel te verlichten; de geur der wel-