punt op zijn hoogst betrenrenswaardig is. Hij heeft den moed zich zalven te bekennen, dat de vormen, die men geeft aan de uitspraken van zijn godsdienstig gemoed , niet te rijmen zijn met die van zijn verstand. Hij legt de betuiging af van de kortzigtigheid der menschelijke wetenschap, die, terwijl het den mensch ingeschapen is, te willen verklaren, telkens in die verklaring te kort schiet. Geeft een antwoord op de vraag naar een Godsbegrip , dat voldoet aan onze behoeften en tevens niet van inconcequentie kan beschuldigd worden , waar het zich laat gelden als eene wetenschappelijke uitspraak! Neen:

Er is geen prie.ster

Die Ilem verklaart;

In raadselen wandelt

De meiisch op aard.

Geeft een antwoord op de vele vragen , die in het dagelijksche leven zich opdringen aan ons verstand! Op de vraag: waarom? waartoe? Och! wij zeggen het (1. G. na,

"ie ’t kwalijk nectn ;

"Vlijsheid moog’ teu hemel streven

t Schijnt of ’t raadselïolle leven ,

Droevig lacht met elk systeem.

Doch vol als wij zijn van de quaesties van den dag, zonden wij ons laten vervoeren tot de behandeling va°i zaken, die niet belmoren op deze plaats en °onze krachten zouden er voor te kort schieten. Wij zien waarheid in dien twijfel en hebben d. G. te liever