Triomf! hij kampte en strijkt den gloriehoed.

Poot, Faeschrjift.

Daar stond hij toen ontbloot.

Maar zacht I wie zie ik daar verschijnen,

Cttts.

Silderdijk, Darümla.

■ , , Wie nadert

& ginj.. <l.l

baet hij tot liaer ha I

Zij spreekt:

Tl, • . . *’• Beers, Livarda.

.Ik zie vergeefs in’t rond. verbaasd en onbevredigd •' Jl* -1 O *

,/been sterv’ling daaromrtent, geen wachter"

Silderdijk, Darthula»

Toen was ze plotslijk heen!

, de doode Bruid.

staat hij in de duisternis

Met weemoed in het harte.

... Vielen, ItUl-a v. Jan Trookée.

schouw dat digt gefronsd gelaat

Hoor dat klagen , hoor dat jamm’ren :

;• .1-1 , , tevens gasimaal.

" ijss lijk sehelmstuk ! Heeft men ooit

– behoord van zulk een gruwel ? Kan de hemel

’ Dat gedoogen ?

TV i . Vondel, Palamedes.

vee van jongens! maar ik was er al te mal meê I /

Kinker, Edipus te Kolone.