11. HOOFDSTUK.

Het zehere en korte middel ter radicale genezing der hondsdolheid. He rest zal de lezer wel verder vernemen.

Te huis gekomen hoe weet ik niet meer was ik in een toestand van dolheid , die mij natuurlijk elke kalme redenering onmogeiyk maakte. Ik gevoelde het zelf maar al te goed , daar moest een einde aan komen. Ik had zoo kwam het mij voor bitter weinig lust den boel maar eens ferm uit te slapen en rende als een echt woesteling mijn kamer op en neer , en gevoelde de booze neiging meer en meer in mij ontwaken, om maar voor goed deze ellendige wereld te verlaten. De christelijke lezer neme eens de moeite om de diepte van mijn zondigen toestand te peilen 1 Ik had in den beginne wel een afschuw van mijzelven, maar helaas ! deze nam meer en meer af. Weldra kwam mij mijn besluit bizonder verleidelyk en uitvoerbaar voor ik werd als door een duivel aangezet mijn zondig plan te volvoeren. Het aardsche leven werd mij te dierlyk, te laag, ik snakte er naar om de kluisters te verbreken, die mij zelfs elke gevoelsuiting schenen te beletten. Ik had drie middelen bij de hand de Oude gracht voor mijn huis, een scheermes in mijn kast en de kram boven mijn bed, die de vorige bewoner gebruikt had om er hammen