vind je ’t niet beroerd en miserabel, als je door kuiperijen ...

‘Kuiperijen’, zei de jurist, ‘bedenk wat je zegt! Een duel. ..

‘Wel vervlogenriep de medicus uit, ‘zullen we bier de waarheid niet mogen zeggen ? Jelui beroerd gezelschap Auspice Bacclio heeft den heelen boel verkorven. Want ziet ons, ons gezelschap had de boventoon. Onze jongens kwamen overal in. Wat deden jelui toen? Den naam verdraaien, bah! Van ons Baccho Auspice maakten ze Auspice Baccho. Eerst dachten we ’t was een vergissing of een hatelykheid toen we dit in den almanak lazen, maar begrepen terstond, dat daar geen hatelijkheden in voor kwamen. En waarachtig ’t was zoo! Door een ellendige woordverdraaijing was de heele academie bedot, en de leden van Baccho Auspice voorgetrokken boven Onze jongens van Auspice Baccho, ’t is God geklaagd 1’ Mercurius maakte op eens een einde aan dien krankzinnigen strijd door te verzoeken, of we ons van vloeken onthouden wilden. Hij zelf deed het hier nooit, voegde hij er bij, want dit werd in de hel voor religieus gehouden en we waren noch altijd in den rijke Satans! De jurist beet woedend op zijne nagels en keerde den medicus den rug toe.