als verzachtende omstandigheid in aanmerking nemen, dat iemand student is; dan zal geen student wraak zoeken tegen hem aangedaan onregt, buiten de wetten van den staat, die allen gelijkelijk beschermen; dan zal zich het geval niet meer voordoen, dat een student een burger voldoende satisfactie wegens een beleediging weigert, omdat deze geen student is; dan zal ieder student het evenzeer ontzien , iemand, wien ook, te beleedigen, als hij het thans ontziet zijne medestudenten te beleedigen. Maar dan zal men zich ook niet door ploertenaanmerkingen, als: „belagchelijke sentimentaliteit”, „kinderachtigheid”, enz. laten weerhouden, wanneer Utrecht s studenten goed vinden hunne sympathie te uiten voor den edelen bevrijder van Italië; dan zal men zich niet, om het jammerlijk geschreeuw van eenige oude wijven, schamen een dichter als multatdli , het bewijs te geven, dat er Hollandsche studenten zijn, die protesteren tegen de laaghartigheid , om tegenover de openlijk geuite beschuldiging, geheime verdachtmaking te stellen; dan zal men op de beschuldiging, dat MtiLTATüLi onzedelijk, onvaderlandslievend en onchristelijk is, antwoorden, dat studenten den dood gezworen hebben aan pruderie, en dat zij boven vaderlandsliefde en christendom , kosmopolitisme en humaniteit stellen. Waar een anastasio zijne leugenbrochure tegen een beroemd hoogleeraar zamenstelt, daar zullen Utrecht’s studenten verklaren, dat hij een huichelachtige lasteraar is , en den regten term weten te vinden, waar