11.

De lezer verplaatse zich in gedachte in de groote hoofdstad van Frankrijk in den avond van den Februarij 1848. In eene der schoonste straten van het trotsche quartier Saint-Germain verheft zich een groot hotel, waar de prachtigste equipages bijna zonder ophouden inrijden en het wemelt van bedienden. Bij den eersten blik bemerkt men reeds dat de bewoner eene groote partij geeft, terwijl de verschillende liverijen, indien men ze kende, zouden aantoonen, dat zoowel het corps diplomatique als de hooge fransche adel daar vertegenwoordigd was. Maar niet alleen edellieden, ook de koning der Pranschen louis philippe van oeleans zal van de uitnoodiging des hertogen van beauveemont-WAECOüET gebruik maken.

Laten ook wij, na de nieuwsgierige en opgewonden menigte doorgedrongen te zijn, die breede porte cochère ingaan, klimmen wij de marmeren met tapijten belegde trappen op en treden wij door de schoone vestibule, waar ons reeds een aangename geur van de fijnste bloemen toewaait, de smaakvolle vertrekken binnen.

Na eenige prachtig gemeubeleerde kamers doorgewandeld te zijn, komen wij in de groote zaal, waar de portretten van de voorvaderen des gastheers hangen, die sinds eeuwen aan het fransche hof gezien waren. Hier bevinden zich de hertog en zijne bevallige gade, gereed om hunne gasten te ontvangen. En niet lang