ik dacht wel dat hij je bevallen zou, hij is altijd zoo lakoniek, weet je! En hip, die dit laatste gezegde opving, trok aan de tippen van zijne hernelsblaauwe das en zag met zeer veel blijken van belangstelling naar ’t hier en daar gelapte en gevlakte plafond.

Willen we een partijtje maken? vroeg eensklaps de vossige gastheer. Die vraag nn is zeer eenvoudig, en toch ’t zij dat pam te plotseling en te forsch gesproken had, ’t zij dat daan een’ geweldigen afschuw had van de vernuftige uitvinding van wijlen Gringoneur, ’t zij ’t zij hoe ’t ook zij, zeker is ’t dat daniöl poef de eerste was, die zijne stem daartegen verhief, en hij vond bijval. ’t Is krankzinnigenwerk , zei de afgetrokken jongeheer met zijne hemelsblaauwe das, en nadat hij zijne uitdrukking geëxpliceerd had, was ’t om er benaauwd van te worden , als men den zinneloozen PEER maar aanzag : hij grinnikte, schaterde, kneep zijne oogeu digt, grinnikte weêr, vroeg toen om den naam van „dien koning”, daar hip ~toevallig niet op kon komen, ’t deed er ook niet toe,” dat doet ’t ook niet, hernam peer , en hij verviel nogmaals in eene lachbui, bragt zijn bovenlijf in eene vreesselijk vermoeijende beweging bij wijze van buigingen, met zijne handen op de knieën, en zijne voeten ouder de stoel je wordt zelf krankzinnig, zei hip , en, o wee! daar begon