niet waar, poef? en met een „wat blief” trad hij weer op, als een oliekoek in een treurspel. En dit gaf stof tot lagchen voor een half uur, en de heer PAM keek zeer zuinig over dit flagrant delict.

– Het souper!... algemeens attaque ! . . . grijp je niet, dan heb je niet!.. nAAN hapte niet toe, maar de overige heeren vielen er op aan als wilde leren. La vengeance c'est Ie plaisir des Jiomnes, ’t geen bij deze gelegenheid weer duidelijk bleek., toen nip bij ongeluk eene scheur te weeg bragt in den vettigen jas van sop, en do kippemelker werd zoo rood als een kreeft en sneed zich in den duim. Men had zich intusschen wijs gemaakt dat ’t souper „déli” was, en in zijne gloeijende verbeeldingskracht ging HIP zich reeds te buiten aan de heerlijke schotels aspic d’homards, Jilet en serpenteau, ctt Nu volgde er een tableau vivant van de graagte der struisvogels, en van ’t schrokken der Yankees, en van ’t proppen der biggen, en van

Maar zie! een ploert van de gewapende magt! Een ploert onder de verdedigers des vaderlands? Ja, meneer! een ploert, een kolossale ploert, een ploert, zooals er gelukkig weinigen onder de Nederlandsche militairen zijn (!) Entree de chambre, meneeren! van den heer gans, tweede luitenant bij ’t leger van Z. M. den Koning der Nederlanden. Uw dienaar, meneer g.ans ! Hoe vaart u? Zeer geobligeerd, meneer! ... . De heer gans ,ik spreek